Resultaten beoordelingen sterkte primaire keringen Limburg
Het inzichtelijk hebben van de actuele sterkte van de primaire waterkeringen is een belangrijke taak van het waterschap. Om deze taak uit te kunnen voeren worden deze keringen één keer in de 12 jaar beoordeeld. Met de beoordeling bepalen we of de waterkeringen voldoen aan de door het rijk gestelde normen. De beheerders van de primaire keringen voeren de beoordeling uit. Dit doen zij volgens een landelijk vastgelegd protocol. Dit is het Wettelijk Beoordelings Instrumentarium (WBI). Op basis van de resultaten van de beoordeling wordt een landelijk veiligheidsbeeld opgesteld.
Hoe is het veiligheidsbeeld van de primaire waterkeringen in Limburg opgesteld?
Om een actueel (veiligheids)beeld van de primaire waterkeringen van WL te kunnen presenteren zijn (naar analogie van het landelijk veiligheidsbeeld) de resultaten van de uitgevoerde beoordeling (LBO) gecombineerd en geactualiseerd met de lopende HWBP-projecten binnen ons waterschap.
Het actuele (veiligheids)beeld van eind december 2022 is een eerste stap naar een continu inzicht van de veiligheid van de dijktrajecten in ons beheersgebied. Dit continu inzicht wordt gevraagd in het kader van zorgplicht en de monitoring van de omgevingswaarden die zullen voortvloeien uit de Omgevingswet.
Waterveiligheidsportaal en systematiek weergeven resultaten van beoordelingen
Het waterveiligheidsportaal is de landelijke website waarop de waterschappen (en de minister) de resultaten van de landelijke beoordelingsronde laten zien. Deze website wordt continu bijgewerkt en geeft dus de actuele veiligheid van de keringen weer. Naast de visuele weergave van de resultaten van de beoordeling zijn ook de rapporten die horen bij de beoordeling van een traject ontsloten via de website.
Op de website wordt per dijktraject de beoordeling weergegeven met een letter A t/m D. Hoe de scores samenhangen met de normering is weergegeven in de figuur hiernaast. Om tot een beoordeling van het gehele traject te komen is tijdens het beoordelen het traject opgeknipt in dijkvakken. Dit zijn stukjes van een geheel dijktraject waarbinnen uniform op een bepaald faalmechanisme getoetst kan worden. Binnen een traject voldoen sommige dijkvakken wel aan de norm en andere dijkvakken voldoen niet aan de norm. Op deze manier kunnen we in meer detail dan op trajectniveau bepalen hoeveel kilometer dijk welk oordeel heeft. Op het waterveiligheidsportaal is deze opsplitsing in vakken en de oordelen die daarbij horen terug te zien.
Algemeen beeld van de resultaten
Onderstaande interactieve kaart geeft de resultaten van de beoordeling weer op trajectniveau. 27 van de 46 dijktrajecten in Limburg voldoen op peildatum 31-12-2022 aan de norm. Dit zijn een deel van de lopende HWBP Limburg trajecten en de dijktrajecten die recent zijn versterkt en robuust zijn aangelegd. De overige 19 trajecten in Limburg voldoet niet aan de norm. Dit heeft de volgende oorzaken:
- Een groot deel van de voornamelijk stedelijke dijktrajecten heeft bij de overgang naar de nieuwe waterveiligheidsnormen (in 2017) een zwaardere norm gekregen. De beoordeling laat bij deze trajecten duidelijk zien dat er sprake is van een versterkingsopgave op zowel hoogte als sterkte.
- Voor het faalmechanisme piping zijn de regels een stuk strenger geworden in de huidige beoordelingssystematiek. Daarnaast hebben we in Limburg te maken met een specifieke ondergrond (zand en grind). We denken dat deze rekenmethodiek in Limburg een overschatting geeft van het risico dat een waterkering faalt als gevolg van piping. Dit is in deze beoordelingsronde inzichtelijk geworden doordat veel dijken afgekeurd zijn op piping volgens de nu vigerende regels. Voor de volgende beoordelingsronde wordt een onderzoek gestart zodat aanpassingen in de rekenmethodiek gemaakt kunnen worden. Dit zal naar verwachting leiden tot een scherpere beoordeling van piping en daarmee een beter inzicht opleveren van het daadwerkelijke risico.
- De harde constructies (keermuren, demontabele wanden) die zijn aangelegd met de ontwerpuitgangspunten van Maaswerken hebben een lagere kruinhoogte dan de aansluitende “groene” dijken. De waterkeringen moesten overstroombaar zijn. De hoogte van de kering werd daarom ook precies vastgelegd. In de ontwerpnorm zat een gedefinieerd waakhoogte. Deze was voor een harde kering +30cm en voor een groene kering +50 cm, ergo: 20cm verschil. In de nieuwe beoordelingssystematiek voldoen deze lagere hardere constructies eerder niet aan de norm dan de naastgelegen groene dijken.
Wanneer we een oordeel per traject omzetten naar een aantal kilometer kering met een bepaald oordeel op dijkvakniveau dan geeft dit het volgende resultaat: 40% van de totale lengte primaire keringen (185 kilometer) voldoet aan de norm , 14% voldoet mogelijk en 20% voldoet niet . Dit betekent dat ook van afgekeurde trajecten delen voldoen aan de norm. De overige 26% van de totale lengte primaire kering is een lopend HWBP project (op 31 december 2022).